Midden in Noord Holland en op 10 kilometer van het bruisende centrum van Alkmaar, ligt een voormalig eiland. Op dit voormalige eiland vindt enkele dorpen, waaronder De Rijp. Massatoerisme tref je hier niet aan. Je vindt er rust, ruimte, natuur, prachtige monumenten en natuurlijk ook gezellige cafés en leuke musea. Je fototoestel draait hier gegarandeerd overuren!
De Rijp kende begin 17e eeuw een enorme bloei dankzij de haringvangst. In 1650 werd (zelfs) een derde haven in De Rijp gegraven voor circa 75 haringbuizen. Grafter en Rijper reders zochten naar meer expansie en vonden die in de walvisvaart. Rond 1680 bestond de walvisvloot uit 19 Groenlandvaarders.
In de 17e eeuw woedde er driemaal een grote brand in het dorp. De grootste was wel die van 1654 toen op 6 januari tweederde van het dorp werd verwoest. Aanvankelijk was er genoeg geld om het dorp weer op te bouwen. In de 18e eeuw verminderde de welvaart geleidelijk. Dit leidde uiteindelijk tot economische stilstand en het einde van de belangrijke rol die het dorp in de eeuwen daarvoor gespeeld had.
Jan Adriaenszn. Leeghwater, de beroemdste inwoner van De Rijp, was een veelzijdig mens: timmerman net als zijn vader, molenmaker, ingenieur, architect en waterbouwkundige.
Hij ontwierp het Raadhuis met Waag in 1630: zijn initialen J.A.L.W.: Jan Adriaenszoon Leegh Water met het jaartal 1632 staan op de houten balansarm van de weegschaal die je intraft in de VVV-vestiging. Leeghwater ging de uitdaging aan om "zijn" eiland en geboortegrond tegen het water te beschermen en door het droogleggen van de meren, nieuwe welvaart te brengen.
Bij de bedijking van de Beemster (1612) was hij betrokken als opzichter bij het maken en stellen van de molens, die het meer droogmaalden. Ook werkte hij mee aan de drooglegging van de Purmer (1622), de Heerhugowaard (1625), de Wormer (1626), de Schermer (1635) en de Starnmeer (1643).
Nadat hij in 1626 als schepeling op de Koreaanse kust was aangeland, werd de Rijper zeeman Jan Janszn. Weltevree door de Koreanen gevangengenomen. Later werd hij de eerste Europeaan die werkzaam was aan het hof van de koning van Korea. Als herinnering aan Weltevree (in Korea 'Pak Yŏn Sang' genaamd) tref je naast de Grote Kerk in De Rijp een beeld gemaakt door Elly Baltus aan. Een kopie van dit beeld staat in Seoul (Zuid-Korea).
De laatste koopman en reder van De Rijp was Jan Boon. Hij was de laatste Nederlander die in een kerk (de Grote Kerk van De Rijp) mocht worden begraven. Boon was steenrijk en overleed kinderloos. Hij liet bij testament zijn vermogen na aan De Rijp. De Stichting Jan Boon beheert nog altijd het resterende kapitaal en steunt daarmee lokale activiteiten.