De Waag is oorspronkelijk gebouwd als Heilige Geestgasthuis met een kapel. Het gasthuis diende als armenziekenhuis en pelgrims konden er overnachten op hun doorreis. Het gebouw werd omgebouwd tot Waag in de 16e eeuw. Het Waagplein groeide met de eeuwen. In de 17de, 18de en 19de eeuw werden diverse woonhuizen gesloopt om het marktterrein te vergroten. De kaas die op het plein werd verhandeld, werd aangevoerd uit het omliggende platteland.
De grootste afnemers zijn niet meer de regionale klanten, maar landen als Duitsland, Engeland, VS en Japan. Deze landen leveren nu de grootste groep toeristen, waaraan de kaasmarkt haar bestaan te danken heeft. Hier klinkt dan ook van medio april tot medio september nog elke vrijdag om 10.00 uur de bel als startsein van de markt en wordt de definitieve koop gesloten met een traditioneel handjeklap!
Momenteel zijn het VVV en het Hollands Kaasmuseum in de Waag gevestigd.
Ben je in Alkmaar, dan mag je zeker de hofjes niet overslaan. Een hofje is een historische binnentuin met daar omheen woningen. Alkmaar had ooit maar liefst zestien hofjes. Er zijn er nu nog zes. De provenhuizen, zoals de hofjes in Alkmaar genoemd worden, zijn oases van rust, verscholen achter poorten en indrukwekkende gevels.
In alle oude Hollandse steden waren vroeger verschillende marktpleinen of -straten waar bepaalde producten werden verkocht, bijvoorbeeld een botermarkt, een graanmarkt of een turfmarkt. Meestal was er ook een vismarkt, waar men één of twee kleine galerijen aantrof. Hieronder konden de visverkopers beschut tegen weer en wind hun waren op stenen visbanken uitstallen. Uit oude rekeningen blijkt dat Alkmaar al in de 16e eeuw visbanken had. Via de deuren in de muur achter de visbanken werd de zoetwatervis, hangend in gevlochten korven, in het Verdronkenoord vers gehouden.
Natuurlijk is er in de loop der eeuwen wel wat gewijzigd. Tijdens de vernieuwing van de banken in de 17e eeuw werden in 1755 de oorspronkelijk houten kolommen vervangen door stenen zuilen. De houten galerijen rusten nu op 19e-eeuwse gietijzeren kolommen. Op de kap van de gaanderij langs het water staan een houten en een natuurstenen beeld, die een visvrouw en een visser voorstellen. De pomp, die blijkens de jaartalsteen uit 1785 dateert, werd in 1882 vernieuwd. Tot in 1998 vond op de visbanken nog elke vrijdag de vismarkt plaats.
Het pand is op een muur na volledig uit hout opgetrokken. Het huis dankt de naam aan de kogel die tijdens het Beleg van Alkmaar in het huis is ingeslagen. De kogel is later in de linkerhoek van de gevel aan de gracht geplaatst. Van de herstelkosten is een rekening bewaard gebleven, op de rekening is sprake van “een gatt” in het huis na een inslag van een Spaanse kanonskogel. Wanneer het huis gebouwd werd is niet bekend. Er wordt vermoed dat het kort voor het beleg van Alkmaar (1573) gebouwd is. De houten gevels zij allemaal in overstek gebouwd. Elke verdieping is op consoles geplaatst. De stenen gevel is bij een verbouwing in de 19e-eeuw verwijderd. Het Huis met de Kogel is één van de twee overgebleven houten huizen in Alkmaar. Een leuk weetje is dat de onderkant smaller is dan de bovenkant. Waarom? Omdat de huiseigenaar door een kleiner grondplan minder belasting ging betalen.
De Grote Kerk in Alkmaar is de grootste kerk van Noord-Holland boven het Noordzeekanaal. De kerk staat ook bekend als de Grote Sint Laurenskerk en begon als een katholiek gebouw, ontworpen door de familie Keldermans.
Tijdens de Beeldenstorm in 1566 zijn veel kunstschatten verloren gegaan en gedurende het Spaans beleg in 1572-3 werd het kerkzilver omgesmolten om de strijd van Willem van Oranje te financieren. De hervormde dienst bracht weer nieuwe interieurstukken in de kerk, zoals de preekstoel, de herenbanken en de grote koperen kaarsenkronen.
Sinds de reformatie in 1573 werd de kerk het centrum van de protestantse eredienst. Beide religies hebben veel sporen nagelaten: dat maakt de kerk extra bijzonder. Kunstwerken zoals de beroemde gewelfschildering Het Laatste Oordeel van Van Oostsanen, schilderingen van Van Everdingen en een gloednieuwe permanente tentoonstelling over de indrukwekkende historie van kerk sieren de Grote Sint Laurenskerk. De kerk telt bovendien twee, wereldberoemde orgels: het Van Covelens orgel (ook wel Koororgel genoemd) en het Van Hagerbeer/Schnitger of Grote orgel.
Wil je meer weten over de kerken en synagoge in Alkmaar? Klik dan op de button hieronder.
Op oude kaarten is te zien dat vroeger wel tien molens op de vestingwallen rondom de stad hebben gestaan. Zij stonden op de hoge bolwerken waar zij veel wind konden vangen. Met uitzondering van de Molen van Piet zijn ze allemaal uit de binnenstad verdwenen.
De voorloper van de huidige molen van een houten standerdmolen die in 1605 was gebouwd. Het was een kleine vierkante houten molen op een soort voetstuk of standaardje. Net als de huidige molen werd hier koren gemalen. Alle standerdmolens zijn inmiddels uit ons landschap verdwenen. Dit is een zogeheten ronde stenen bovenkruier. Een bovenkruier wil zeggen dat de kap van buitenaf gekruid (gedraaid) wordt. Dit gebeurt met de houten staart, die bediend wordt vanaf de houten omloop halverwege de romp. Deze omloop heet een stelling en daarom noemt men dit ook wel een stellingmolen. Ook molen 't Roode Hert heeft dit model, maar die is van hout.
Wil je meer weten over de molens en gemalen in Alkmaar? Klik dan op de button hieronder.